Wachten op geluk

Wachten op geluk

Ik klop op de deur van een steen.

‘Ik ben het, doe open.

Ik wil bij jou naar binnen gaan,

Overal bij je rondkijken,

Met jou mijn longen vullen.’

 

 ‘Ga weg‘, zegt de steen.

‘Ik ben hermetisch gesloten.

Zelfs aan stukken geslagen

Zullen we hermetisch gesloten blijven.

Zelfs fijngewreven tot zand

Zullen we niemand binnenlaten.’

Wislawa Szymborska (strofen van ‘Gesprek met een steen’, Zout, 1962)

Met dit gedicht begint het nieuwste boek van filosoof en publicist Coen Simon: Wachten op geluk, een filosofie van het verlangen. We verlangen allemaal naar geluk en doen er van alles aan om ‘het’ te hebben en te behouden. Maar wat is dat verlangen naar geluk nu precies? Volgens Coen Simon wil de moderne mens te veel en dus storten we ons massaal op zelfonderzoek. Want als we weten wie we zijn, weten we beter wat we echt willen. Alleen zien we volgens de schrijver één vraag over het hoofd: biedt de wereld ooit wat we willen? Helaas, de wereld is geen etalage vol met waren die onze verlangens kunnen bevredigen. En onze verlangens zijn niet te bevredigen als een lege maag. In het boek duikt Coen Simon in zijn eigen gevoelens van hoop, heimwee, luiheid, liefde, agressie, ongeduld en schaamte, en toont een verrassende eigenschap van het verlangen: het is niet de vervulling, maar het verlangen zelf dat zin geeft aan het leven. En past dit uitgangspunt nu juist niet heel goed bij onze beweging van eigentijds geloven? Het gaat niet om het doel maar om de reis!

Henri Frölich

Deel dit